Heel wat Vlamingen hebben een vakantiewoning aan de kust, in de Ardennen of elders in ons land. Veel tweedeverblijvers trachten zo veel mogelijk te genieten van hun buitenverblijf, maar stellen toch vast dat de woning vaak leegstaat. In plaats van die vakantiewoning zomaar leeg te laten staan, kiezen heel wat eigenaars dan ook om hun verblijf te verhuren. Maar hoe zit het met de wetgeving rond verhuur van je buitenverblijf? Waar moet je specifiek op letten en hoe pak je dat het beste aan? Wij zochten het voor je uit.
De gemeenschappen zijn bevoegd
In België zijn de gemeenschappen bevoegd voor de uitbating en regelgeving rond vakantiewoningen (toerisme). Bijgevolg zien de regels er anders uit afhankelijk van de locatie van je buitenverblijf.
Vlaamse gemeenschap
Sinds 01 april 2017 is in Vlaanderen het Logiesdecreet van kracht. Wie toeristen laat overnachten in een vakantiewoning, B&B of camping in Vlaanderen, moet voldoen aan de bepalingen uit dat decreet. Dit ook als je je accommodatie maar heel sporadisch verhuurt. Enkel wie uitsluitend aan vrienden of familie verhuurt, valt buiten het toepassingsgebied.
Het decreet bepaalt vooreerst openings- en uitbatingsnormen alsook basisvoorwaarden die de veiligheid voor toeristen garanderen en de kwaliteit van de vakantiewoning verzekeren. Een proper en goed onderhouden verblijf en een verplichte brandverzekering zijn essentieel. Eén van de belangrijkste voorwaarden is het hebben van een positief brandveiligheidsattest, dat bevestigt dat je verblijf voldoet aan alle brandveiligheidsnormen. De uitbatingsnormen zijn kamer- of terrein gebonden en richten zich op het bieden van voldoende comfort. Sanitair, meubilair, verluchting, … zijn hierbij belangrijk.
Voor je mag verhuren, moet je je vakantiewoning aanmelden bij Toerisme Vlaanderen. Dit is wettelijk verplicht. Na aanmelding kan je meteen beginnen met verhuren – je hoeft niet te wachten op een controlebezoek, zolang je aan alle basis- en uitbatingsvoorwaarden voldoet. Toerisme Vlaanderen biedt ook de mogelijkheid om je woning te laten erkennen. Bij erkenning ontvang je een erkenningsschild, en kom je eventueel in aanmerking voor subsidies.
Een vergunning heb je niet nodig voor verhuring van een vakantiewoning. Vroeger was dat wel het geval, maar het logiesdecreet vervangt die vergunningsplicht. Nu volstaat het om je verblijf aan te melden van zodra je voldoet aan de normen.
Franse gemeenschap
In het zuiden van ons land ligt het enigszins anders. In Wallonië is voor het uitbaten van een gîte of chambre d’hôte wél een vergunning nodig. Om er zeker van te zijn dat verhuring mogelijk is, ga je dus best eerst langs bij de gemeente. Sommige Waalse dorpen werken met een maximum aantal vakantieverblijven, of leggen specifieke regels op voor vakantiewoningen.
Verder moet je ook hier als uitbater beschikken over een brandveiligheidsattest. De brandweer komt hiervoor ter plaatse, en zal nagaan wat er eventueel aangepast moet worden, voordat men groen licht zal geven voor verhuur. Wanneer het attest in orde is, moet je de woning verplicht aanmelden bij het CGT (Commissariat Général du Tourisme). Hier kan je je verblijf ook laten erkennen om een beschermde benaming te krijgen.
Duitstalige gemeenschap
Als je vakantiewoning in de Duitstalige Gemeenschap ligt, is de dienst Toerisme van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd. Opnieuw moet je je woning eerst aanmelden om daarna eventueel te laten erkennen. Net zoals in Vlaanderen en Wallonië moet je hiervoor voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van de gemeente.