Alles wat je moet weten over zorgwonen en kangoeroewonen

15 september | Blogs

Nieuwe woonvormen, zoals kangoeroewonen of zorgwonen, zijn interessante alternatieven voor ouderen of zorgbehoevenden die graag langer zelfstandig willen blijven wonen als ze ondersteuning of bijstand nodig hebben. De toenemende vergrijzing, in 2030 zou één op vier Vlamingen ouder zijn dan 65, brengt ook een toenemende zorgbehoefte met zich mee. In de toekomst zal dat probleem enkel groter worden en bijgevolg dus zal er steeds meer beroep worden gedaan op nieuwe vormen van gemeenschappelijk wonen. In deze blog lees je alles over de woonvormen kangoeroewonen en zorgwonen.

Begrippen kangoeroewonen en zorgwonen

De begrippen zorgwonen en kangoeroewonen worden wel eens, onterecht, door elkaar gebruikt. Hoewel beide begrippen gericht zijn op “het zorgen voor elkaar”, mag je deze woonvormen niet met elkaar verwarren. 

Wat is kangoeroewonen? 

Kangoeroewonen is voornamelijk gericht op een toekomstige zorgbehoefte. Meerdere generaties wonen samen op hetzelfde perceel, maar hebben wel een eigen woonruimte en privacy. Dat kan in aanpalende eengezinswoningen of in een meergezinswoning met twee wooneenheden. Denk aan de grootouders op de eerste verdieping en het jongere gezin van één van de kinderen op het gelijkvloers.

Kangoeroewonen voordelen 

Kangoeroewonen brengt voor beide gezinnen voordelen mee. Het jongere gezin kan goedkoper wonen én vaak rekenen op hulp bij kinderopvang. Het oudere gezin kan langer thuis blijven wonen dankzij de hulp van het jongere gezin en zo worden de hoge kosten van een woonzorgcentrum langer vermeden.

Wat is zorgwonen?

Zorgwonen is een meer specifieke vorm van kangoeroewonen en is meer gericht op een acute zorgbehoefte. Er wordt een (tijdelijke) zorgwoning gecreëerd in een bestaande woning. Iemand die acuut hulp nodig heeft, kan zo zijn intrek nemen in de woning van een zorgverlener. Ook de omgekeerde situatie, een zorgverlener die gaat inwonen bi¡ een zorgbehoevende, is mogelijk.

Zorgwonen is, in tegenstelling tot kangoeroewonen, een meer juridisch afgebakend begrip met strikte voorwaarden en gevolgen. Het wordt gedefinieerd in artikel 4.1.1, 18° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).

Om onder de noemer “zorgwonen” te vallen, moet een ondergeschikte wooneenheid ingericht worden in of bij een hoofdzakelijk vergunde woning. Er moet een altijd functioneel verband zijn tussen de hoofdwooneenheid en de ondergeschikte wooneenheid met het oog op een zorgrelatie. De hoofdwoning moet ook het hoofdvolume blijven uitmaken, de ondergeschikte wooneenheid is slechts een deel van de woning. Twee volledig aparte woningen kunnen daardoor nooit als zorgwoning gekwalificeerd worden.

In de ondergeschikte wooneenheid mogen maximaal twee personen wonen (kinderen ten laste niet meegerekend). Eén persoon moet minstens 65 jaar oud, zorgbehoevend óf zorgverlener zijn. De hoofdwoning moet altijd bewoond zijn door de zorgverlener of de zorgbehoevende, afhankelijk van de situatie.

Als laatste moeten de hoofdwoning én de ondergeschikte woning, minstens voor de blote eigendom, dezelfde eigenaar hebben. Ook een gehuurde woning kan dus een zorgwoning zijn.

Niet elke vorm van kangoeroewonen valt bijgevolg onder de noemer zorgwonen. Het onderscheid tussen beide begrippen is vooral van belang op het gebied van vergunningen.

Vergunning kangoeroewoning? 

Het wijzigen van het aantal woongelegenheden in een gebouw is vergunningsplichtig, dat kwam al eerder aan bod in Kennis van Wonen. Bij een kangoeroewoning is dat niet anders. Wanneer je een kangoeroewoning wil maken van je grote woning, moet je een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aanvragen. De gemeente kan die vergunning weigeren, bijvoorbeeld omdat de stedenbouwkundige voorschriften van je perceel geen meergezinswoningen toelaten.

Vergunning zorgwoning? 

Zorgwonen vormt wél een uitzondering op deze vergunningsplicht. In dit geval wordt de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. Een melding is in vergelijking met een vergunningsaanvraag een snellere en eenvoudigere procedure, en daardoor veel toegankelijker. Het doel van deze meldingsplicht is een antwoord te bieden op de acute nood aan zorg.

zorgwonen en kangoeroewonen

De meldingsplicht heeft enkel betrekking op het wijzigen van het aantal woongelegenheden, niet op het bouwen van extra ruimte. Als je wil bijbouwen, moet je dus wél een vergunning aanvragen. Alle situaties waarin de vergunningsplicht wordt vervangen door meldingsplicht, staan opgesomd in artikel 4.2.4 van de VCRO. Het gaat over de volgende limitatief opgesomde hypotheses:

  • Het creëren van een zorgwoning binnen een bestaande woning
  • Het creëren van een zorgwoning binnen een bestaand bijgebouw van de woning
  • Het creëren van een zorgwoning in een tijdelijke en verplaatsbare constructie

Een belangrijke voorwaarde die in alle hypotheses geldt, is dat de woning (of het bijgebouw, in het tweede geval) hoofdzakelijk vergund moet zijn.

De meldingsplicht voor de laatste twee categorieën werd pas in 2021 ingevoerd. De Vlaamse Regering wilde hiermee tegemoet komen aan de toenemende zorgbehoefte.

Het creëren van een zorgwoning binnen een bestaande woning

Je mag een zorgwoning creëren binnen een bestaande woning, bijvoorbeeld door een leegstaande kamer om te vormen. De ondergeschikte wooneenheid en de hoofdwooneenheid vormen dan één geheel. Er moeten genoeg gemeenschappelijk leefruimtes zijn, zodat de ondergeschikte wooneenheid niet op zichzelf als aparte woning kan functioneren.

Om binnen de voorwaarden van meldingsplicht te blijven, mag de ondergeschikte wooneenheid niet groter zijn dan één derde van de totale oppervlakte. Gedeelde ruimtes, zoals een grote leefruimte, worden niet meegerekend.

Het creëren van een zorgwoning binnen een bestaand bijgebouw van de woning

Niet iedereen heeft een woning die groot genoeg is om nog een extra wooneenheid te voorzien. Daarom mag je ook een zorgwoning creëren in een bestaand bijgebouw van je woning. De oppervlakte van die wooneenheid mag niet groter zijn dan vijftig vierkante meter.

Je moet de ondergeschikte wooneenheid kunnen aansluiten op de bestaande waterafvoer en nutsvoorzieningen van de hoofdwoning, en er mogen geen extra verhardingen worden aangelegd, tenzij die strikt noodzakelijk zijn voor de toegang tot het bijgebouw. Je mag de wooneenheid ook inrichten met een eigen keuken, bad of douche en toilet.

Het creëren van een zorgwoning in een tijdelijke en verplaatsbare constructie

Als laatste mag je ook een zorgwoning creëren in een tijdelijke en verplaatsbare constructie. Die constructie moet in één beweging kunnen worden weggenomen, permanente funderingen of bouwwerken zijn niet toegestaan.

Ook voor mobiele zorgunits gelden een aantal regels. De constructie mag geplaatst worden in de zijtuin, als er een afstand van drie meter tot aan de perceelgrens bewaard kan worden. In de achtertuin moet er maar één meter afstand worden gehouden of de constructie kan tegen een bestaande scheidingsmuur worden geplaatst. De zorgunit moet in ieder geval binnen een straal van dertig meter van de hoofdwoning worden geplaatst én op hetzelfde (of een aanpalend) perceel.

De unit mag maximum 3,5 meter hoog zijn. De oppervlakte is, net zoals voor bijgebouwen, beperkt tot vijftig vierkante meter. Ook de voorwaarden omtrent waterafvoer, nutsvoorzieningen en verharding zijn dezelfde als voor bijgebouwen.

Bij het plaatsen van een mobiele constructie mag je niet aan ontbossing doen of het reliëf aanmerkelijk veranderen. In overstromingsgebied of ruimtelijk kwetsbaar gebied is zo'n zorgwoning zelfs niet toegestaan.

De wetgever spreekt van een 'tijdelijke' constructie, de zorgunit kan dus niet onbeperkt in tijd op het perceel blijven staan. De maximale totale duur is vastgelegd op drie jaar, daarna kan de termijn eenmalig verlengd worden met nog eens maximaal drie jaar. Als je de zorgunit daarna toch nog wil behouden, moet je een vergunning aanvragen. Wanneer de zorgunit niet meer gebruikt wordt, moet je hem binnen de drie maanden verwijderen.

Aparte gezinnen

Bij zorgwonen zijn beide gezinnen ingeschreven op hetzelfde adres, maar ze worden wel als twee aparte gezinnen beschouwd. Ze worden daardoor ook apart belast, waardoor zorgwonen geen nadelig effect heeft op sociale uitkeringen of voordelen, zoals een werkloosheidsuitkering of een studietoelage.

Heb jij nog vragen over zorgwonen of kangoeroewonen? Ons team staat altijd voor je klaar!

Gratis schatting Contacteer ons

Ook interessant